JAN ERNST DOUMA

Jan Ernst Douma is op 29 mei 1946 te Delft geboren. Op 16 jarige leeftijd gaat hij studeren aan de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam aan de afdeling Publiciteitsvormgeving en Grafisch Ontwerpen.

Zijn liefde voor het landschap krijgt in deze jaren gestalte onder invloed van één van zijn leraren, de Dordtse tekenaar Otto Dicke (1918 – 1984), voor wiens werk hij tot op heden grote bewondering heeft.

Na het behalen van het einddiploma is hij een aantal jaren werkzaam als grafisch ontwerper en illustrator. Geschrokken van de keiharde mentaliteit in de reclamewereld legt hij zich steeds meer toe op het vrije kunstenaarschap. Exposities van voornamelijk in aquarel uitgevoerde landschappen zijn het gevolg.

Langzaam komt hij tot besef dat hij de vergaarde kennis niet voor zichzelf wil houden en haalt diverse onderwijsbevoegdheden in de beeldende vakken.

Gesteund door een aantal jaren praktijkervaring in diverse richtingen van de beeldende vorming besluit hij in 1973 alsnog verder te studeren voor de akten MO A en B tekenen en kunstgeschiedenis aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag.

Douma is altijd in staat geweest het eigen werk te combineren met het geven van kunstonderwijs. In 2005 werd er na ruim 25 jaar een punt gezet achter het docentschap tekenen en kunstgeschiedenis aan RSG de Borgen, de Waezenburg/Lindenborg in zijn woonplaats Leek.

Ook tijdens zijn verblijf in Davos Zwitserland, waar hij werkzaam is in het bekende Nederlands  Astmacentrum, zoekt hij inspiratie, niet alleen in het omringende hooggebergte maar ook in het werken met de hem toevertrouwde leerlingen en patiënten.

Terug in Nederland houdt hij de behoefte om kennis, maar vooral het plezier in het beeldend bezig zijn, over te dragen aan leerlingen en studenten in alle lagen van het voortgezet en hoger onderwijs.

Dit resulteerde in een vijf jaar durend docentschap vakdidactiek aan de Academie van Beeldende Kunsten, ‘Academie Minerva’ te Groningen.

In de rest van de tijd en vakanties blijft hij zich wijden aan zijn grote passie: het landschapschilderen.

Zelfportret met zoon Atse (olieverf)

In 1991 trekt hij zich tijdens de zomermaanden langdurig in afzondering terug aan de Groningse waddenkust: “Nu eens een tijdlang niet met en voor anderen…”. Douma zoekt bewust de uitdaging. Na jarenlang in het hooggebergte te hebben geschilderd, kiest hij nu voor de oneindigheid van de altijd aanwezige horizon van het Groningse polderland en waddenzee. Het resultaat is een groot aantal schilderijen van het gebied tussen Noordpolderzijl en de Eemshaven.

Deze intensieve ervaring heeft een dusdanige invloed op Douma, dat hij voor maximale inspiratie de volgende zomer weer een eenzaam en langdurig werkbezoek plant.

Hij is tijdelijk bewoner van het dorpje Loo in de buurt van Arnhem. Het verblijf in het rivierenlandschap gevormd door de Waal, de Rijn en de IJssel blijkt ook nu weer genoeg voeding op te leveren voor een serie
acrylpanelen.

De laatste schilder-safari`s voeren hem door het Hollandse kustgebied bij Sint Maartenszee, naar Ameland en naar het stroomgebied van de Maas in Limburg.

Eind vorige eeuw laat Jan Ernst zich, mede door jeugdherinneringen, inspireren door het licht van de Middellandse zee. Hij brengt zijn maandenlange “opfrisverlof” door in de (sub)tropische warmte van de eilanden Ibiza en Malta.

Deze buitenlandse werkbezoeken weerhouden hem er echter niet van zijn liefde voor Stad en (verre) Ommelanden al schilderend te bewijzen.

In 2001/2002 maakt hij als nieuwsgierige wandelaar een schilderkunstige rondgang langs de diepenring van Groningen: beginnend bij het Groninger Museum en het tegenoverliggend station, een grachtengordel die de begrenzingen van de vroegere stad markeert.

Tijdens de exposities van dit imposante project van 64 aquarellen pleit het publiek voor de instandhouding van de gehele serie. Het resultaat is de uitgave het boek “de buitenste binnenstad”.

Douma is gefascineerd geraakt door het niet aflatende spel van licht en schaduw.

Hij werpt zich vol overgave op de registratie van achtereenvolgens zijn geboorteplaats Delft en het uitbundige, barokke Wenen.

Ook hier is “de buitenste binnenstad” als uitgangspunt genomen.

Wouter van der Vorst, acryl 2017